Formeel past het werk van Mijling binnen de kunststroming die wordt aangeduid met termen als abstract-geometrische kunst of formele kunst. Nederlandse kunstenaars als Piet Mondriaan en Theo van Doesburg speelden een belangrijke rol bij het ontstaan van deze stroming in de beeldende kunst. Later gaven kunstenaars als Peter Struycken, Ad Dekkers, Bob Bonies en André Volten belangrijke impulsen aan de verdere ontwikkeling van de formele kunst.
In haar oeuvre, waaraan zij sinds 1980 werkt, heeft Mijling (1954) binnen het abstract-geometrisch idioom een geheel eigen uitdrukkingsvorm ontwikkeld. Met minimale middelen, vooral variaties op de rechthoek en de cirkel, uitgevoerd in staal en brons, geeft ze haar sculpturen een maximale zeggingskracht.
De publicist Antoon Melissen schrijft in zijn inleiding van de publicatie ‘Resonance’ (2010) het volgende: ‘... haar werk, wortelend in een geometrisch-abstracte traditie, is een materialisering van een persoonlijke zoektocht naar pure vorm, naar rust, evenwicht en harmonie tussen materie en niet-materie en bezit een levensbeschouwelijke visie als onderstroom bovendien.’
Melissen is kennelijk ook gevoelig voor de spirituele kwaliteit van Mijling’s beelden: ‘Het is werk dat een moment van rust creëert, dat leidt tot verstilling, concentratie en contemplatie. En ook dat, de weerklank van het werk op de beschouwer, is resonantie. Het is, in Mijlings eigen woorden, “werk dat uitnodigt tot zwijgen’’.’
|